zeggen; veronderstellen; van mening zijn
{
say
}
vertellen; zeggen; weten; duidelijk...
{
tell
}
roepen; schreeuwen; uitnodigen;...
{
call
}
noemen, omschrijven als
{
term
}
zegenen, toewensen; een prijs...
{
bid
}
observeren; opletten; oppassen;...
{
observe
}
stileren, ontwerpen; noemen
{
style
}
zo; dermate; tot zover; zodat, opdat;...
{
so
}
toen; vervolgens, dan
{
then
}
Wordt vertaald, even geduld aub..
